Ga naar de hoofdinhoud

NWO-beurs voor onderzoek van het Maritiem museum

De maritieme wereld staat van oudsher bekend als een typische mannenwereld. Vooral mannen schreven geschiedenis, letterlijk en figuurlijk. Maar er waren ook vrouwen. Wat was hun rol? Wie waren zij, en wat was hun belang voor de scheepvaart? Senior conservator Irene Jacobs ontving een NWO-beurs om dat uit te zoeken.

Met de tentoonstelling over maritieme vrouwen in 2025-2026 op het netvlies, begon conservator Irene Jacobs aan onderzoek naar deze vrouwen, in literatuur en de eigen collectie. Wat ze aantrof, verraste haar. ‘Er was ontzettend weinig te vinden. We hebben in de collectie bijvoorbeeld portretten van kapiteinsvrouwen en brieven of andere documenten waar vrouwen in voorkomen, maar de identiteit en rol van deze vrouwen is onbekend. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar maritieme vrouwen is heel beperkt. Wat we weten is summier, en erg verbrokkeld.’

Vrouwen in de maritieme geschiedenis zijn enorm onderbelicht

Irene Jacobs, senior conservator Maritiem Museum Rotterdam

Onderbelichte rol

Vaak wordt aangenomen dat vrouwen ‘dus’ nauwelijks een rol speelden in de maritieme wereld. Maar dat klopt totaal niet, vermoedt Jacobs. ‘Vrouwen mochten niet varen, maar dat wil niet zeggen dat ze het niet deden. Of dat ze geen eigenaar waren van schepen, scheepswerven, of verantwoordelijk waren voor handel of logistiek. Van Anna van Gelder, de vrouw van Michiel de Ruyter, weten we bijvoorbeeld dat zij verantwoordelijk was voor de proviandering van al zijn schepen – een enorme operatie van groot belang. Maar over haar en andere kapiteinsvrouwen in die tijd is vrijwel niets geschreven. Naarmate ik meer ging zoeken, werd het me steeds duidelijker hoe onderbelicht de vrouw is in de maritieme geschiedenis. Als vrouwen in archieven of museale collecties voorkomen, dan worden ze vaak als uitzondering beschouwd of zelfs over het hoofd gezien. De aannames die bestaan, zijn niet gebaseerd op kennis. Overigens is de vrouw op veel meer plekken in de historie onderbelicht.’

Maatschappelijk belang

Hoog tijd de geschiedenis met nieuwe wetenschappelijke kennis aan te vullen, vindt Jacobs. Bovendien is dat hard nodig voor de tentoonstelling: er was simpelweg niet genoeg kennis om een interessante, verdiepende expositie over maritieme vrouwen te maken. Ze schreef een onderzoeksvoorstel om de aanwezigheid, het werk, de rol en het belang van maritieme vrouwen die actief waren in Nederland tussen 1600 en nu te onderzoeken. Dat werd gehonoreerd door het NWO, dat haar een NWO museumbeurs toekende.

Bijzonder: het komt zelden voor dat een conservator in het Maritiem Museum vrijgesteld wordt om fundamenteel onderzoek te doen. ‘Het maatschappelijk belang speelde een rol bij de toekenning,’ zegt Jacobs. ‘Het onderzoek zal namelijk veel laten zien over de aannames die we hebben over – in dit geval – sekse. Denk bijvoorbeeld aan een vrouw als Kenau Simonsdochter Hasselaer. We kennen de naam ‘kenau’ alleen als ‘een vrouw met haar op de tanden’. Maar dat ze een scheepsbouwer en houthandelaar was, weet bijna niemand. Ik verwacht dat zal blijken dat de aanwezigheid en het belang van vrouwen in de maritieme wereld veel groter is dan tot nu toe wordt aangenomen. Het mooie vind ik dat een expositie eraan kan bijdragen om het heersende beeld bij te stellen. We realiseren ons vaak niet dat we zulke aannames hebben, niet alleen op gebied van sekse, maar bijvoorbeeld ook op afkomst, kleur of leeftijd.’

Vrouwen mochten niet varen, maar dat wil niet zeggen dat ze het niet deden.

Irene Jacobs, senior conservator Maritiem Museum Rotterdam

Collectie als uitgangspunt

De collectie vormt de basis van het onderzoek. ‘Die ga ik in stappen doorzoeken. Naar de vrouwen die ik tegenkom, ga ik nader archief- en literatuuronderzoek doen. We hebben natuurlijk een enorm rijke bron met ruim 1,2 miljoen objecten uit het maritieme verleden, maar je zou ook kunnen zeggen dat die beperkt is. Want in het verleden was de mannelijke blik leidend in het verzamelbeleid en de manier waarop de voorwerpen werden beschreven. Maritieme vrouwen komen voor in de collectie, maar niet in een mate die representatief is voor hoe het echt zat. Ook zijn voorwerpen niet vanuit de rol van de maritieme vrouw in de geschiedenis beschreven. Kijk naar de eerdergenoemde portretten: het gaat om ‘de vrouw van’, maar wie die vrouw was is niet onderzocht of beschreven. Dat we dat nu wel gaan doen, past goed in ons collectiebeleid. Daarin staat namelijk dat we de maritieme vrouw meer aandacht gaan geven in zowel de aanschaf als de beschrijving van objecten.’

Wetenschappelijke publicaties

Over het onderzoek naar maritieme vrouwen komen verschillende wetenschappelijke en publiekspublicaties. Daarnaast heeft Jacobs contact met collega-wetenschappers die vergelijkbaar onderzoek doen in Museum Boijmans Van Beuningen, Het Scheepvaartmuseum, de Universiteit van Amsterdam en Lloyds Register. Jacobs: ‘We bespreken resultaten, en wisselen kennis uit. Er zijn ook meerdere studenten bij het onderzoek betrokken.’

Terug naar waar het om begon: meer kennis om een mooie, verdiepende expositie over maritieme vrouwen te maken. Jacobs: ‘Die komt er, maar het levert ook voor het museum zelf veel op. De collectie wordt beter beschreven, en er komt een database met maritieme vrouwen uit het verleden. Die wordt gekoppeld aan de museumdatabase en waarschijnlijk ook het toekomstige Netwerk Maritieme Bronnen. Zo kunnen andere onderzoekers weer verder bouwen op onze kennis. Ook het verzamelbeleid zal op basis van de nieuwe kennis worden aangepast: wat ontbreekt er in onze collectie over vrouwen op bepaalde onderwerpen? Zo gaan we scherper verzamelen om het verhaal te kunnen vertellen vanuit verschillende perspectieven. Want we willen uiteindelijk dat iedereen zich kan herkennen in onze verhalen over de maritieme wereld.’

Boek tickets