Ga naar de hoofdinhoud

Resultaten van onderzoek naar maritieme vrouwen

Het onderzoek dat onze conservator Irene Jacobs deed met financiële steun van het NWO, was gericht op maritieme vrouwen die in de museumcollectie terug te vinden zijn. Vrouwen, die actief waren in de maritieme wereld, zoals de zeevaart, binnenvaart, visserij of scheepsbouw.

Voorwerpen, die eigendom van maritieme vrouwen waren, hen laten zien, of aan hen relateren. Het doel - de aanwezigheid, rol en betekenis van die vrouwen te onderzoeken – werd tot grote tevredenheid gehaald. Veel van de resultaten zijn te zien in de tentoonstelling over Maritieme Vrouwen die in oktober 2025 in het Maritiem Museum opent. Het onderzoek werd bovendien het fundament om voortaan actiever voorwerpen van maritieme vrouwen te verzamelen en die voorwerpen uitgebreider te beschrijven. Met alle nieuwe kennis kunnen we een realistischer beeld geven van vrouwen in de maritieme geschiedenis.

Maritieme vrouwen in de collectie

Omdat vrouwen in de geschiedenis relatief weinig zijn onderzocht - ook in de maritieme geschiedenis - dook Jacobs eerst spreekwoordelijk de museumcollectie in om te zien wat er van of over hen nu aanwezig is. En dat bleek gelukkig best wel wat! Van ongeveer 280 maritiem actieve vrouwen die we met naam kennen hebben we bijvoorbeeld een geschilderd portret of foto’s in de collectie, haar monsterboekje of diploma’s, of archiefstukken die haar benoemen. Dertig van hen zijn uitgebreid onderzocht. Met vragen als wanneer ze leefden, in welke sector ze werkten, wat ze deden, hoe groot hun bedrijf was of hoeveel schepen ze bezaten, zijn langere of kortere maar altijd boeiende biografieën geschreven. En niet alleen in de sector werkzame vrouwen werden bestudeerd, ook enkele echtgenotes van varende mannen. Want ook hun rol en aanwezigheid blijkt groter dan tot nu toe werd aangenomen.

Niet representatief

Hoewel de collectie van het Maritiem Museum niet kan worden gezien als representatief voor de rol en aanwezigheid van alle vrouwen in de maritieme geschiedenis, levert het wel een hele bruikbare indicatie op. En wat laat onze collectie zoal zien?

Vrouwen werkten aan boord (in de zeevaart, kustvaart, oorlogsvaart en binnenvaart), in de scheepsbouw, als toeleverancier (zoals het vervaardigen van kompassen, kaarten en vlaggen), en in de visserij en havens, en waren eigenaar van scheepswerven, schepen en rederijen. En dat al vanaf de 16de eeuw!

Vrouwen waren aan boord, als actief bemanningslid en als opvarende. Ze werkten op zee niet alleen in ‘dienende’ (civiele) functies, maar ook op de oorlogsvloot. Zo was Willemtje Gerrits in de 17de eeuw (vermomd als man, want vrouw mochten niet varen) konstabelsmaat aan boord van de Maarsseveen, en vocht aldus mee in de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Ze overleefde het toen het schip verging in de Slag bij Lowestoft op 13 juni 1665.

Onderzoek in de collectie

Het onderzoek in de collectie laat ook zien dat de rol van vrouwen in de binnenvaart veel actiever was dan vaak wordt benoemd. Ook vrouwen waren eigenaar van binnenschepen, niet alleen mannen. Binnenvaartvrouwen die getrouwd waren, runden veelal samen met hun echtgenoten het schip. Eigenlijk heel vergelijkbaar met andere familiebedrijven zoals een boerderij.

Een derde sector waar echt heel veel vrouwen werkten, was de zeevaart – om specifiek te zijn de passagiersvaart. Van eind 19de eeuw tot ver in de 20ste eeuw werkten hier vrouwen voor het overgrote deel in de civiele dienst: als verpleegkundige, kinderjuffrouw, stewardess of hofmeesteres.

Verrassend was het aandeel van vrouwen die in de scheepsbouw actief waren, in het bijzonder als eigenaar c.q. leidinggevende van een scheepswerf. Van de 16de eeuw tot nu werd in elke eeuw wel één of meer ‘scheepmaaksters’ gevonden!

Neem een duik in vier prachtige verhalen:

Ontdek de verhalen van Catharina Maria van der Corput, Maria Wilhelmina Johanna Soulier, Heinerika Hidderina Zeijlstra en Cornelia Schmid.

Boek tickets