Ga naar de hoofdinhoud

Onderzoek zet scheepsbouw op de kaart

Over de geschiedenis van de moderne scheepsbouw is verrassend weinig geschreven, behalve in jubileumboeken van maritieme bedrijven. Vier promovendi deden de afgelopen vijf jaar onderzoek naar de kenmerkende ontwikkelingen binnen de sector en de uitkomsten zijn inspirerend.

Hoe heeft de scheepsbouwsector, met zijn typisch cyclische karakter, de grote vernieuwingen sinds eind negentiende eeuw aangepakt? Dat is de achterliggende vraag van de onderzoeken van promovendi Jeroen ter Brugge, Judith Siegel, Mark Straver en Richard Velthuizen. Samen beslaan hun onderzoeken de periode van 1870 tot 2005. “Dat levert ook interessante inzichten op voor de huidige scheepsbouwers,” zegt Els Jacobs, als maritiem historica verbonden aan zowel de Erasmus Universiteit (EUR) als het Maritiem Museum. “De scheepsbouw kan nooit soepel meebewegen met de marktontwikkelingen. Een schip bouwen kost nu eenmaal tijd. Grote bewegingen in de conjunctuur moeten ze op een innovatieve manier opvangen, en daar hebben we mooie voorbeelden van gevonden. Ook andere Nederlandse bedrijfstakken kunnen leren van de oplossingen van scheepsbouwers.” 

Hoewel het thema overeenkomt, zoomen de promovendi op heel uiteenlopende onderwerpen in. Zo stelde promovendus Jeroen ter Brugge een omvangrijke database samen met kerngegevens van vrijwel alle scheepswerven in Nederland vanaf de 16de eeuw.

Judith Siegel toonde aan dat de sector tijdens de snelle technologische vooruitgang te kampen had met een versnipperde kennisinfrastructuur. Kennis werd buiten de werven om georganiseerd en via netwerken binnen de scheepsbouwindustrie gedeeld. Mark Straver concentreerde zich op de economische ontwikkeling van de Nederlandse scheepsbouw tussen 1945 en 1983. In zijn werk duidt hij de strategische bedrijfsvoering als reactie op internationale concurrentie.

Tot slot concentreert Richard Velthuizen zich op de meest recente periode na de ondergang van het grote Rijn-Schelde Verolme concern in 1983, met hernieuwd internationaal succes van Nederlandse scheepsbouwers in verschillende nichemarkten. 

Gespecialiseerde scheepsbouw 

“Het onderzoek dicht echt een gat in onze kennis,” vertelt Jacobs. “We dachten eigenlijk – best naïef – dat scheepsbouw uit Nederland was verdwenen, met ontmanteling van de grote werven in de jaren 1980. En dat zal het grote publiek ook denken. Maar dat is helemaal niet zo: Nederland bouwt nog altijd schepen, maar heeft zich gespecialiseerd in innovatieve ‘high tech’ scheepsbouw. Dat is een belangrijke boodschap. Het mooie is dat die boodschap via een tentoonstelling in 2024 en een publieksboek ook in de samenleving terechtkomt.” En niet alleen dat – ook studenten die bij het wetenschappelijk onderzoek betrokken zijn, brengen hun maritieme enthousiasme weer in de samenleving, denkt Els. “Dat is hard nodig, want de sector is best onzichtbaar. Terwijl die tegelijk zo belangrijk is voor de Nederlandse economie – veel technische kennis uit de scheepsbouw vindt elders in de samenleving zijn weg.” 

Wetenschappelijk maritiem onderzoek 

Het Rotterdams Centrum voor Moderne Maritieme Geschiedenis (RCMMG) coördineert en stimuleert wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart sinds 1800. Speerpunten van onderzoek zijn: de Nederlandse scheepsbouw; de Rotterdamse haven en haar verbinding met het achterland; en de Nederlandse offshore-industrie. Het RCMMG is opgericht door het Maritiem Museum Rotterdam en de Erasmus Universiteit.

Boek tickets