Onze koninklijke roots
Wist je dat de grondlegger van het Maritiem Museum Rotterdam de achter-achter-oud-oom van Koning Willem Alexander is?
Prins Hendrik leefde van 1820 tot 1879 en was een groot voorvechter van Nederland als maritieme natie. Daarom werd hij ‘de zeevaarder’ genoemd. Deze prins was de derde zoon van Koning Willem II en Koningin Anna Paulowna, groothertogin van Rusland. Koningin Wilhelmina, de overgrootmoeder van Willem Alexander, was zijn nichtje.
Naast zijn lange carrière bij de marine werd Prins Hendrik in 1845 voorzitter voor het leven van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub in Rotterdam, die op zijn initiatief was opgericht. De KNYC was gevestigd in een eigen clubhuis aan de Willemskade, nu het gebouw van het Museum voor Wereldculturen. De KNYC had een eigen verzameling van boeken, scheepsmodellen en schilderijen, de zogenoemde Modellenkamer, die gebruikt werd voor onderwijs aan leerlingen van de Zeevaartschool. Op 15 februari 1874 was deze Modellenkamer voor het eerst toegankelijk voor een betalend publiek. Dat was het prille begin van ons museum. Toen de Yachtclub in 1880 werd opgeheven nam de Gemeente Rotterdam de bibliotheek, de scheepsmodellen en schilderijen over. Het museum werd omgedoopt tot Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’, als eerbetoon aan de oprichter van de KNYC. In 1999 veranderde de naam in Maritiem Museum Rotterdam en in 2014 werd de samenwerking met het Havenmuseum een feit.
Het Maritiem Museum Rotterdam is nu, bijna 150 jaar later, bijzonder trots op zijn koninklijke roots.