Ga naar de hoofdinhoud

Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?

Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?

De overheid kwam pas in actie, nadat de werven aandrongen op hulp in het begin van de jaren zestig. Zodoende werd in 1965 een overheidscommissie opgesteld om de problemen te bestuderen en met oplossingen te komen. Later volgden er nog meer van zulke commissies. Als reactie op het commissierapport gaf de overheid rentesubsidies, zodat klanten goedkoper konden lenen om bij een Nederlandse werf een schip te kopen. Ook was de overheid nauw betrokken bij de redding van de NDSM-werf in Amsterdam in 1968 en de afgedwongen vorming van het grote scheepsbouwconcern Rijn-Schelde-Verolme in 1971. Maar het grootste deel van de 2,7 miljard gulden verleende steun aan Rijn-Schelde-Verolme werd gegeven vanaf 1976. Vanaf dat moment kon het RSV-concern eigenlijk alleen blijven draaien door de steun van de overheid. In 1983 ging het alsnog failliet. Een politiek trauma. De overheid werd daarna uiterst terughoudend met het verlenen van staatssteun aan bedrijven.

0:00 0:00
  • Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?
  • Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?
  • Nieuwe schepen zijn van ijzer en varen op stoom. Wat betekent dit voor de manier van werken op een scheepswerf vanaf 1870?
  • De snelle vooruitgang in wetenschappelijke kennis verandert de manier van bouwen. Hoe komen de bouwers van schepen aan nieuwe kennis?
  • Nederlands-Indië – het huidige Indonesië – is tot 1949 een kolonie van Nederland. Welke rol speelt deze relatie in de bouw van grote zeeschepen in Nederland?
  • De grote reders bestellen hun schepen in Nederland. Welke invloed heeft deze groep op Nederlandse werven?
  • De markt voor nieuwe schepen wordt vanaf 1960 slechter. Hoe reageren scheepswerven hierop?
  • Schepen worden steeds groter, maar het bouwen ervan levert minder op. Waarom verdienen scheepswerven niet meer aan de constructie van grotere schepen?
  • Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?
  • Na 1983 heeft de Nederlandse scheepsbouw zich opnieuw uitgevonden. Wat hebben scheepswerven geleerd van het verleden?
  • De maritieme sector is belangrijk voor Nederland. Welke rol speelt de overheid om dat in stand te houden?
  • De Nederlandse scheepsbouwsector bouwt complexe schepen. Hoe onderscheiden Nederlandse werven zich van buitenlandse concurrenten?