Te water!
Ontdek de Nederlandse scheepsbouw
Vier onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam ontrafelden de afgelopen jaren de geschiedenis van de Nederlandse scheepsbouw sinds 1850. Dankzij hun onderzoek begrijpen we beter hoe het bouwen van grote zeeschepen is veranderd. Op verschillende plekken in de tentoonstelling maak je kennis met hen en geven zij uitleg over hun nieuwe inzichten. Luister naar hun verhalen.
-
Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?
-
Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?
-
Nieuwe schepen zijn van ijzer en varen op stoom. Wat betekent dit voor de manier van werken op een scheepswerf vanaf 1870?
-
De snelle vooruitgang in wetenschappelijke kennis verandert de manier van bouwen. Hoe komen de bouwers van schepen aan nieuwe kennis?
-
Nederlands-Indië – het huidige Indonesië – is tot 1949 een kolonie van Nederland. Welke rol speelt deze relatie in de bouw van grote zeeschepen in Nederland?
-
De grote reders bestellen hun schepen in Nederland. Welke invloed heeft deze groep op Nederlandse werven?
-
De markt voor nieuwe schepen wordt vanaf 1960 slechter. Hoe reageren scheepswerven hierop?
-
Schepen worden steeds groter, maar het bouwen ervan levert minder op. Waarom verdienen scheepswerven niet meer aan de constructie van grotere schepen?
-
Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?
-
Na 1983 heeft de Nederlandse scheepsbouw zich opnieuw uitgevonden. Wat hebben scheepswerven geleerd van het verleden?
-
De maritieme sector is belangrijk voor Nederland. Welke rol speelt de overheid om dat in stand te houden?
-
De Nederlandse scheepsbouwsector bouwt complexe schepen. Hoe onderscheiden Nederlandse werven zich van buitenlandse concurrenten?