Ga naar de hoofdinhoud

Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?

Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?

Schaalvergroting is in het laatste kwart van de negentiende eeuw belangrijk voor de scheepsbouw en vindt in vrijwel alle lagen van de scheepvaart plaats. Grotere schepen betekent langere hellingen, grotere bouwloodsen, meer materialen en meer werknemers. Voor dat alles is ruimte nodig. De traditionele grote werven waren voor het belangrijkste deel binnen de stad gevestigd. Uitbreiden was beperkt mogelijk. Sommige oude scheepswerven maakten de sprong door naar groot open water te verhuizen, maar de meeste hielden op te bestaan. Nieuw opgerichte werven stemden de locatiekeuze af op de beoogde productie, die meestal wel buiten de stad maar dicht in de buurt van de arbeidsmarkt lag. Deze nieuwe bedrijven waren aan grote rivieren op onbebouwde buitendijkse locaties gevestigd, waar alle ruimte was en schepen met grotere diepgang te water konden worden gelaten.

0:00 0:00
  • Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?
  • Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?
  • Nieuwe schepen zijn van ijzer en varen op stoom. Wat betekent dit voor de manier van werken op een scheepswerf vanaf 1870?
  • De snelle vooruitgang in wetenschappelijke kennis verandert de manier van bouwen. Hoe komen de bouwers van schepen aan nieuwe kennis?
  • Nederlands-Indië – het huidige Indonesië – is tot 1949 een kolonie van Nederland. Welke rol speelt deze relatie in de bouw van grote zeeschepen in Nederland?
  • De grote reders bestellen hun schepen in Nederland. Welke invloed heeft deze groep op Nederlandse werven?
  • De markt voor nieuwe schepen wordt vanaf 1960 slechter. Hoe reageren scheepswerven hierop?
  • Schepen worden steeds groter, maar het bouwen ervan levert minder op. Waarom verdienen scheepswerven niet meer aan de constructie van grotere schepen?
  • Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?
  • Na 1983 heeft de Nederlandse scheepsbouw zich opnieuw uitgevonden. Wat hebben scheepswerven geleerd van het verleden?
  • De maritieme sector is belangrijk voor Nederland. Welke rol speelt de overheid om dat in stand te houden?
  • De Nederlandse scheepsbouwsector bouwt complexe schepen. Hoe onderscheiden Nederlandse werven zich van buitenlandse concurrenten?