Ga naar de hoofdinhoud

Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?

Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?

Het bouwen van grotere schepen en het toepassen van gespecialiseerde nieuwe bouwmethoden vereisten grote investeringen. Het kapitaal van families is hiervoor vaak ontoereikend. Er moest op een andere manier geïnvesteerd worden om zowel de benodigde grote investeringen te kunnen doen als de financiële stabiliteit in het bedrijf te bereiken. Familie en bedrijf werden financieel gescheiden. Hiervoor in de plaats kwamen vennootschappen waarbij de inleg nog vaak vanuit de scheepsbouwfamilies kwam maar ook van externe financiers. Deze naamloze vennootschappen werden opgericht vanaf circa 1880. Zij stelden deze bedrijven nog verder open voor investeerders die bij de bedrijfsactiviteiten geen directe betrokkenheid meer hadden. Slechts een enkele grote moderne scheepswerf wist binnen deze NV-structuur het familiekarakter te behouden door een meerderheid van aandelen en/of een prominente rol in de directie. Alleen kleine en vaak traditionele werven konden hun structuren als familiebedrijf handhaven. Het groter worden van de scheepswerven ging gepaard met specialisering van de werknemers. De directeur was steeds minder vaak zelf een scheepsbouwer en voor het ontwerp werden bijvoorbeeld opgeleide ingenieurs aangetrokken.

0:00 0:00
  • Vanaf 1870 worden schepen steeds groter. Wat heeft dit voor gevolgen voor de locatie van scheepswerven?
  • Werven zijn eeuwenlang familiebedrijven. Waarom verdwijnt dit type werven vanaf 1850?
  • Nieuwe schepen zijn van ijzer en varen op stoom. Wat betekent dit voor de manier van werken op een scheepswerf vanaf 1870?
  • De snelle vooruitgang in wetenschappelijke kennis verandert de manier van bouwen. Hoe komen de bouwers van schepen aan nieuwe kennis?
  • Nederlands-Indië – het huidige Indonesië – is tot 1949 een kolonie van Nederland. Welke rol speelt deze relatie in de bouw van grote zeeschepen in Nederland?
  • De grote reders bestellen hun schepen in Nederland. Welke invloed heeft deze groep op Nederlandse werven?
  • De markt voor nieuwe schepen wordt vanaf 1960 slechter. Hoe reageren scheepswerven hierop?
  • Schepen worden steeds groter, maar het bouwen ervan levert minder op. Waarom verdienen scheepswerven niet meer aan de constructie van grotere schepen?
  • Vanaf 1960 gaat de Nederlandse scheepsbouw er economisch op achteruit. Wat doet de overheid om de sector te helpen?
  • Na 1983 heeft de Nederlandse scheepsbouw zich opnieuw uitgevonden. Wat hebben scheepswerven geleerd van het verleden?
  • De maritieme sector is belangrijk voor Nederland. Welke rol speelt de overheid om dat in stand te houden?
  • De Nederlandse scheepsbouwsector bouwt complexe schepen. Hoe onderscheiden Nederlandse werven zich van buitenlandse concurrenten?